Over de auteur
Ik ben Henk van der Pol, geboren in 1953, en ik heb de lagere school dus in de jaren vijftig en zestig doorlopen. Mijn vader ging ’s ochtends voor acht uur weg en kwam rond zessen thuis. Mijn moeder had de zorg voor een groot gezin, toen nog zonder enige hulp van elektrische apparatuur. Er was hooguit een wasmachine met een wringer, en iets later een klein koffiemolentje om koffiebonen te malen.
En ik? Ik moest naar school. Elke dag van kwart voor negen tot twaalf uur, dan naar huis om een boterham te eten – er was nog geen kind dat overbleef, of tussen de middag op school at – en dan van half twee tot half vier weer terug naar school. De woensdag was er alleen in de ochtend school en toen, in de beginjaren, ook nog op zaterdagmorgen.
Het was in die tijd heel gewoon om bijvoorbeeld elke maaltijd met het hele gezin aan tafel te eten, om de te klein geworden kleren van een oudere broer af te dragen, om op tijd – vroeg dus – naar bed te gaan, om op zondag met pa en ma een wandeling door het bos te maken en om op zaterdag na een bezoek aan de markt naar opa en oma te gaan met de bus. Er was nog geen televisie. Soms werd er voor het slapen gezamenlijk naar de radio geluisterd, of een stukje voorgelezen uit een boekje van W.G. van der Hulst.
De melkboer en de bakker kwamen aan de deur. De schillenboer, olieman en groenteboer kwamen door de straat en allemaal reden ze met paard en wagen. Er stond slechts een enkele auto, er was plek zat om buiten te spelen, elke dag opnieuw. Verstoppertje, cowboys en indianen, touwtje springen, tenten bouwen, pijltjes blazen, bokkie springen, steppen, rolschaatsen, tikkertje, elastieken, stoepranden en om de hoek: slootje springen in de polder.
Met weemoed denk ik terug aan die voor mij zo onbezorgde kindertijd. Wanneer de eerste tekenen van de lente zich aanmeldden, droegen de jongens al snel een korte broek, de zomers waren altijd warm en zonnig en de herfst altijd nat. En in de winter was er natuurlijk veel sneeuw en ijs. Sinterklaas was een feest, net als kerst. En oud en nieuw was altijd spannend door het mooie vuurwerk dat ik van driehoog achter het raam mocht zien.
Wat is er veel veranderd en wat was het toen eigenlijk, ondanks dat we misschien niet veel hadden, een ongelooflijk mooie tijd. In dichtvorm haal ik die tijd terug en beleef ik gevoelens bij gebeurtenissen, met een schuin oog naar het heden en hoe het er nu aan toegaat.
Terugkijken mag best, mijmeren ook. Ik blijf er niet in hangen hoor, maar even terug fantaseren over toen, is af en toe best fijn. De jaren vijftig en zestig. Een tijd om nooit te vergeten.